Afrikaantje Mr. Majestic is een aparte, nieuwe en bijzonder aantrekkelijke Afrikaantjessoort. De half hoge bloemen hebben een aantrekkelijke heldergele kleur die doorbroken wordt door mahonie-bruine strepen, het hart van dit mooie bloemetje is vrij groot en contrasterend geel. De bloemen staat op korte stengels omringd door lichtgroen, veerachtig en zeer geurig blad. Mr. Majestic is zeer geschikt voor gebruik voorin borders en zeer spectaculair als ze in een grote hoeveelheid worden geplant, omdat dit zorgt voor een deken van kleur. Kweek ook wat planten in bloempotten zodat er snel kleur kan worden toegevoegd aan uw border of bloembed. Het Afrikaantje is zo'n bekend bloemetje dat geen enkele introductie nodig heeft. Iedereen heeft wel eens Afrikaantjes in de tuin gezet. Afrikaantjes zijn er in allerlei zonnige en vrolijke kleuren en combinaties van kleuren. Het Afrikaantje is een lid van de Composietenfamilie (Asteraceae) net als o.a.: Duizendblad, Absintalsem, gele Kamille, Echte Kamille, Valkruid, Madeliefje, Artisjok, Margriet, Kardoen, Goudsbloem, Saffloer, Witlof, Aster, Distel, Korenbloem, Andijvie, Kogeldistel, Sint-Jacobskruiskruid, Sla, Paardenbloem, Zonnebloem, Zonnehoed, Cosmea en Mariadistel. Afrikaantjes worden ook wel tagetes, Mexicaanse goudsbloem of stinkertjes genoemd. Afrikaantjes worden ook in de moestuin ingezet om aaltjes en ziektes te bestrijden. De geur van Afrikaantje verwart sommige schadelijke insecten zoals het Koolwitje. Wrijf regelmatig over de planten om de geur te laten ontsnappen. Andere eenjarige kruiden zoals Koriander, Basilicum, Dille zorgen voor een soortgelijk effect. Afrikaantjes zijn ook zeer geliefd bij bijen, vlinders en andere nuttige insecten. Dit geldt alleen voor enkelbloemige Afrikaantjes. De wortels van de Afrikaantjes scheiden een stof af die thyenylderivaat heet, deze stof kan enkele soorten aaltjes aantrekken en doden. Afrikaantjes worden dus voor veel doeleinden gebruikt zowel buiten in de tuin, moestuin als in huis in de keuken en natuurlijk als decoratieve plant.
Afrikaantjes zijn in ons klimaat (Nederland en België) niet winterharde eenjarige. Ze komen oorspronkelijk uit Midden- en Zuid-Amerika uit de landen: Antigua en Barbuda, Argentinië, Bahama's, Barbados, Belize, Brazilië, Bolivia, Chili, Colombia, Costa Rica, Cuba, Dominicaanse Republiek, Ecuador, El Salvador, Grenada, Guatemala, Guyana, Haïti, Honduras, Jamaica, Nicaragua, Mexico, Panama, Paraguay, Peru, Saint Kitts en Nevis, Sint Lucia, Sint Vincent en de Grenadines, Suriname, Trinidad en Tobago, Uruguay en Venezuela. Hier groeien zij elk voorjaar weer terug en zijn het dus niet winterharde meerjarigen. Afrikaantjes bestaan uit twee grote groepen: laagblijvende en hoge soorten. Afrikaantjes hebben een standplaats in de volle zon nodig met voldoende beschutting en goed waterdoorlatende grond. De bloemblaadjes van Afrikaantjes zijn eetbaar en kunnen worden gebruikt als versiering of toevoeging aan bijv. salades, soepen en andere gerechten. De smaak van de bloemblaadjes verschilt per soort en doet denken aan Anijs, Munt, Citrus en Kruidnagel. De smaak is meestal zoet en kruidachtig. Om de smaak te behouden, moeten de fijngesneden blaadjes op het laatste moment worden toegevoegd. Vanwege het feit dat de smaak snel kan overheersen, is het goed om de bloemblaadjes spaarzaam te gebruiken. Het Afrikaantje bloeit van juni t/m oktober. Verwijder regelmatig de uitgebloeide bloemen. Bijen, vlinders en andere nuttige insecten zijn gek op Afrikaantjes. Niet winterharde eenjarige. Hoogte: 20 - 25 cm.
Binnen zaaien: maart - april
Buiten zaaien: eind mei - augustus
Kiemtijd: 5 - 8 dagen
Kiemtemperatuur: 15 - 20 °C
Zaaidiepte: 1 - 1½ cm
Zaaiafstand in rijen: 30 cm
Plantafstand: 30 - 40 cm
Standplaats: zonnig - goed gedraineerd
Bloeiperiode: juni - oktober
Vanaf eind maart kan er binnen in een warme ruimte of in een propagator worden gezaaid. De bodemtemperatuur moet minstens 15 °C zijn. Het is belangrijk dat de temperatuur zo constant mogelijk is, dit zorgt namelijk voor een betere kieming. Laat zeker 's nachts de temperatuur niet dalen. Voor het zaaien kan een tray met vochtige zaaigrond worden gebruikt, dek de zaden af met een laagje zaaigrond van 1 - 1½ cm. Na het zaaien en tijdens het kiemen de grond goed vochtig houden. Dek de tray af met huishoudfolie of een deksel.
Verwijder het huishoudfolie of het deksel, zodra de zaailingen opkomen. Zet de jonge zaailingen, zodra zij groot genoeg zijn om te hanteren in aparte potten. Laat ze eind mei, enkele dagen aan de buitentemperatuur wennen, vermijdt vorst. Hierna kunnen ze op hun vaste plaats worden gezet. Houd 30 - 40 cm ruimte aan.
Vanaf eind mei, als er geen kans meer is op nachtvorst, kan er ook direct in de volle grond worden gezaaid in een geprepareerd zaaibed in de gewenste positie. Zaai dun in rijen die 30 cm van elkaar af liggen en bedek de zaden met een laagje zaaigrond van 1 - 1½ cm. Voorzichtig aandrukken en daarna vochtig houden. Wanneer de jonge zaailingen groot genoeg zijn, uitdunnen tot 30 - 40 cm ruimte per plant. Vochtig en onkruidvrij houden. Bescherm de jonge zaailingen tegen slakken. Afrikaantjes hebben een zonnige standplaats met goede drainage nodig. Vochtig en onkruidvrij houden. Zaai ook enkele zaadjes in aparte potten om lege plekken in uw borders mee op te vullen.