Zonnebloemen hebben geen introductie nodig. Iedereen kent deze hoge, zeer opvallende planten met hun vrolijke en grote bloemen. Zoals de naam al doet vermoeden is zonnebloem Giganteus een gigantische, reuzen zonnebloem met prachtige, grote, felgele bloemknoppen met in het midden een fraai contrasterend donkerbruin tot zwart hart. De bloemknop wordt gedragen door een stevige, lange, grijs-groene stengel die omringd wordt door grijs-groen blad. Een zeer snelle groeier die gemakkelijk te kweken is. Hij heeft een ruime, zonnige standplaats met beschutting tegen de wind nodig. En ondersteuning. Zonnebloemen komen oorspronkelijk uit Noord- en Midden-Amerika uit de volgende landen: Belize, Canada, Costa Rica, El Salvador, Guatamala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama en de Verenigde Staten. Zonnebloem heeft in het Nederlands geen andere namen. Zonnebloem is een lid van de Composietenfamilie (Asteraceae) net als o.a.: Duizendblad, Gele Kamille, Roomse Kamille, Echte Kamille, Grote Klit, Valkruid, Aster, Absintalsem, Madeliefje, Goudsbloem, Afrikaantje, Kruisdistel, Andijvie, Korenbloem, Kogeldistel, Kropsla, Kerrieplant, Artisjok, Bosdroogbloem, Aardpeer, Sint Jacobskruiskruid, Witlof, Margriet, Wegdistel, Zonnehoed, Guldenroede, Paardenbloem, Korensla, Muizenoor, Wilde, Chichorei, Zwart Knoopkruid, Koninginnekruid en Late Guldenroede. Zonnebloemen zijn goed te combineren met de volgende planten: Asters, Dahlia's, Cosmea, Zinnia, Pampasgras, Sedum en met groentes als Mais, Komkommer, Courgette en Bonen.
Zet zonnebloemen op een zonnige, beschutte plek met goed waterdoorlatende grond. Geef de hoge planten een stevige ondersteuning. Sommige zonnebloemsoorten kunnen meerdere bloemhoofden per steel hebben. De zonnebloem staat erom bekend dat hij zich draait naar de zon. Iets minder bekend is dat de bloembladen gegeten kunnen worden. Voeg ze eens toe als eetbare en kleurrijke versiering aan salades of andere gerechten. Ook de ongeopende bloemknoppen van de zonnebloem kunnen worden gegeten. Gebruik ze als vervanging van de Artisjok. Ook de zaden van zonnebloem zijn eetbaar en kunnen worden gebruikt in allerlei gerechten of als gezonde snack. De pitten kunnen rauw en geroosterd worden gebruikt. Of als gezond en heerlijk vogelvoer. Ook wordt er zonnebloemolie uit de pitten gewonnen. Deze olie bevat veel onverzadigde vetzuren en is goed bestand tegen hitte ook gebruikt worden om in te frituren en te bakken. Zonnebloemolie is een goede bron van Linolzuur dat kan helpen om het cholesterolgehalte in het bloed te verlagen. Het loof van de zonnebloem wordt gebruikt als veevoer. De zaden worden ook aan kippen gevoerd, om de eierproductie te bevorderen en de kleur van de eierdooier donkerder te kleuren. De bloem kan ook als plantaardige kleurstof worden gebruikt. Hij wordt gebruikt om stof geel te kleuren. Ook bijen, zweefvliegen, vlinders en andere nuttige insecten zijn dol op zonnebloem Giganteus. Zonnebloem kan ook in grote potten worden gekweekt. Zonnebloemen zijn doordat ze gemakkelijk te kweken zijn ook leuk om te tuinieren met kinderen. Verwijder regelmatig de uitgebloeide bloemen. Zonnebloemen bloeien van juli tot en met oktober. Niet winterharde eenjarige. Hoogte: 200 - 300 cm.
Binnen zaaien/onder glas: april - mei
Buiten zaaien: eind mei - augustus
Kiemen: 14 - 21 dagen
Kiemtemperatuur: 20 - 30 °C
Zaaidiepte: ½ - 1 cm
Zaaiafstand in rijen: 30 cm
Plantafstand: 60 - 90 cm (afhankelijk grootte zonnebloem)
Standplaats: zonnig - beschut
Bloeiperiode: juli - oktober
Zaai de zaden vanaf begin april binnen in een propagator op een warme plek of in een verwarmde kas. De bodemtemperatuur moet minstens 20°C zijn. Het is belangrijk dat de temperatuur zo constant mogelijk is, dit zorgt namelijk voor een betere kieming. Laat de temperatuur 's nachts niet dalen. Voor het zaaien kan een tray met zaaigrond of aparte potten worden gebruikt. Bij gebruik van aparte potten: per pot 2 zaden zaaien in potten van ong. 10 cm Ø. Dek de zaden af met een laagje zaaigrond van ½ - 1 cm. Houd goed warm en vochtig.
Zodra de jonge zaailingen 5 - 8 cm groot zijn, moeten ze worden verplant in aparte potten. In mei, zodra er geen kans meer is op nachtvorst kunnen de jonge zaailingen naar buiten. Laat de jonge zaailingen geleidelijk afharden voordat ze buiten worden geplaatst. Zet de planten op een zonnige plaats met beschutting tegen de wind. Houd een afstand van 60 - 90 cm aan, afhankelijk van de hoogte van de planten.Ondersteun de planten als dit nodig is.
In mei, zodra het warmer wordt en er geen kans meer is op nachtvorst, kan er ook direct in de vollegrond worden gezaaid in een geprepareerd zaaibed in de gewenste positie of in een grote bloempot. Zaai 2 zaadjes per gat en houd 60 - 90 cm ruimte aan, afhankelijk van de hoogte van de planten. Bedek de zaden met ½ - 1cm zaaigrond. Voorzichtig aandrukken en daarna vochtig houden. Zorg voor een zonnige plek met beschutting tegen de wind.
De zaailingen verschijnen na 14 - 21 dagen. Verwijder 1 zwakke zaailing per plaats. Eventueel verwijderde zaailingen kunnen ergens anders herplant worden. Houd hierbij ook weer 60 - 90 cm ruimte aan, afhankelijk van de hoogte van de planten. Vochtig en onkruidvrij houden. Bescherm de jonge zaailingen tegen slakken. Zonnebloemen hebben een zonnige en beschutte standplaats nodig. Afhankelijk van de standplaats en hoogte van de plant kan het nodig zijn om de planten te ondersteunen.