Mosterd is een eenjarige plant die wordt gebruikt om mosterd van te maken. Dit wordt gemaakt van de zaden van de plant meestal wordt het dan gecombineerd met witte mosterdzaden. Zowel het blad als de zaden van de mosterdplant kunnen worden gegeten. Mosterd is familie van kruisbloemen zoals koolzaad, bloemkool, boerenkool, spruitjes en witte kool. Deze plant komt oorspronkelijk uit Europa, Centraal-Azië en India. Mosterd zorgt voor een goede verbranding van vetten en daarom ondersteunt mosterd het afvallen. Mosterdzaden kunnen ook worden gekiemd. Dan zijn ze nog gezonder. De kiemzaden kunnen het beste op het laatst worden toegevoegd, omdat te lang koken de smaak en de knapperigheid negatief beinvloed. De smaak van mosterd is pittig, scherp en vol met een duidelijke mosterdachtig aroma. Deze prachtig uitziende plant is tevens een attractieve aanwinst in moestuin of bloemenborder. Mosterd wordt in al zijn vormen; kiemen, blad, bloemetjes en zaden door velen gekweekt en gegeten en geliefd om zijn heerlijke, volle, enigzins scherpe smaak. Ook kan deze groente worden gezaaid als grondverbeteraar en groenbemester.
Mosterd is zeer gezond, het bevat o.a. de volgende vitaminen: A, B, C, E en K. En de mineralen: calcium, chloor, fosfor, kalium, mangaan, magnesium, seleen en zink. Ook zitten er omega 3 vetten en weinig calorieën in mosterd. Ook heeft mosterd geneeskrachtige eigenschappen. Het kan spierpijn verlichten, hoofdpijn en migraine verlichten en huidinfecties verminderen. Mosterd wordt als specerij gebruikt bij o.a. kaas, salades, in soep, bij gefrituurde snacks (kroket, bitterbal, kaassoufle), in mayonaise en in stamppot. Mosterd is heel lekker in combinatie met: kaas, mayonaise, pasta, slagroom, spek, varkensvlees, rundvlees, kip, lamsvlees, bieslook, olijfolie, citroen, limoen, honing, tijm, zalm, peterselie, dille, roomkaas, gehakt, augurk, niertjes, witte wijn, crème fraîche, roomboter, bloem, rozemarijn, koriander, gember, sesamzaadjes, haring, makreel, bacon en bruine basterdsuiker. En andere groenten zoals: champignons, prei, sla, ui, knoflook, aardappelen, komkommer, tomaten, paprika, bruine bonen, sjalotten, peultjes, sperziebonen, wilde rucola, rucola, veldsla, wortelen, zuurkool, boerenkool, rode kool en bloemkool. Niet winterharde eenjarige.
Buiten zaaien: midden maart - oktober
Kiemtijd: 7 - 14 dagen
Kiemtemperatuur: 10 - 15 °C
Zaaidiepte: ½ cm
Plantafstand: 15 cm
Zaaiafstand in rijtjes: 45 cm
Standplaats: zonnig
Bloeiperiode: juni - september
Dagen tot oogst: 60 - 65
Zaai buiten op een zonnige plaats vanaf begin maart. Zaai in rijtjes ongeveer 45 cm apart. Bij beperkte ruimte mogen de rijtjes dichter bij elkaar liggen. Ook kan er breedwerpig worden gezaaid. Dek de zaadjes af met ¼ cm zaaigrond. Houd de grond goed vochtig en onkruidvrij. Vooral tijdens de kieming goed vochtig houden.
Dun de planten geleidelijk uit zodat er per plant 15 cm ruimte is. Eet dit uitgedunde blad als salade. Bij de oogst de buitenste, jonge blaadjes door ze te plukken. De binnenste bladeren laten doorgroeien voor oogst op een later tijdstip. Deze groente kan ook net als raapstelen, spinazie en als roerbakgroente worden bereid en gegeten. Mosterd is niet lang te bewaren. U kunt het het beste zo snel mogelijk na de oogst eten. Het is ook mogelijk om de zaden van de mosterdplant te oogsten. Hiervan wordt mosterd gemaakt. Laat de planten bloeien. Pluk de planten in zijn geheel. Laat de planten samengebonden op de kop drogen op een goed geventileerde, droge plek. Als de planten in zijn geheel droog zijn, kunnen de zaden worden verwijderd. Bewaar de zaden op een droge, donkere en vorstvrije plaats totdat u mosterd wilt maken.
Het is ook mogelijk om mosterdzaden te laten kiemen. Dit kan het hele jaar door binnenshuis. Gebruik kleine hoeveelheden naar behoefte. Laat de zaden vooraf 8 - 12 uur in warm water weken. Laat hierna het water weglopen en spoel de zaden af, laat het water weglopen en stop ze in een speciale kiembak, plastic bak of een glazen pot. Dek ze eventueel af met een stukje gaasdoek om het spoelen gemakkelijker te maken. Zet ze op kamertemperatuur (21 °C) en redelijk donker weg. Dit laatste om verkleuring van de kiemen te voorkomen. Spoel de kiemen elke 12 uur en laat het water steeds weer weglopen. Dit 2 - 5 dagen volhouden, afhankelijk van de gewenste lengte van de kiemen. Verstoor de zaden bij dit spoelen zo min mogelijk. Ze moeten namelijk een dichte massa gaan vormen. Na deze spoelperiode, de zaden zo droog mogelijk opslaan in de koelkast verpakt in een plastic zak, plastic bakje met deksel of een glazen schaaltje met deksel. Op deze manier zijn de kiemen nog tot 5 dagen te bewaren. Maar het is het beste om de kiemen direct vers te eten. Bij het oogsten kunnen de kiemen afgeknipt worden of naar wens samen met de zaden worden gegeten. Bij warm weer kan het nodig zijn om vaker te spoelen.
