Tuinboon Eleonora is een biologisch gekweekte en goed gevulde tuinboonsoort. De tuinboon wordt ook wel Labboon, Roomse boon en veldboon genoemd. Het is een zeer vroege peulvruchtensoort die al vanaf februari buiten kan worden gekweekt. Eleonora is een erg vroege, productieve, heerlijk smakende en mooi uitziende tuinboonsoort. De peulen van Eleonora zijn lang, dun en erg glimmend. De planten blijven klein, dus ze vallen niet gemakkelijk om. Je eet de kleine, jonge vers gedopte boontjes. Bij dubbeldoppen, dus beide schillen verwijderen, zijn de bonen heel erg zoet zonder de bittere nasmaak.
Als de peulen jong worden geoogst, kunnen ze in het geheel worden gegeten, net als peultjes. Ze hebben een zachte, lichtzoete smaak en zijn heerlijk knapperig. De tuinbonen zijn ook zeer smakelijk, vooral als ze dubbel worden gedopt. Kook de bonen heel kort voor de beste smaak. Gebruik Eleonora als heerlijke groente, in soepen, in wokschotels, in stoofschotels, bij pasta en kort gekookt in salades. De bonen van Eleonora kunnen zeer goed worden ingevroren. Winterharde eenjarige. Hoogte: 40 - 80cm.
Binnen zaaien: januari - februari
Buiten zaaien: eind februari - eind maart
Kiemen: 3 - 8 weken (afhankelijk van de kiemtemp.)
Kiemtemperatuur: 5 - 20°C
Zaaidiepte: 5 - 7 cm
Plantafstand in rijen: 40 - 60 cm
Standplaats: zonnig en beschut
Oogstperiode: mei - juli
Zaai binnen voor vanaf januari voor een vroege oogst. Zaai in aparte potjes gevuld met vochtige potgrond. Zaai 1 zaad per potje in het midden en bedek de zaden met een dikke laag zaaigrond, omdat tuinbonen donkerkiemers zijn. Zet de potjes niet te warm weg, omdat tuinbonen koude nodig hebben om goed te kunnen kiemen. Zet de tuinbonen vanaf maart buiten op een zonnige, beschutte plaats. Geef hoge tuinbonen een stevige ondersteuning. Bedek ze met netten om vraat van vogels en ander ongedierte tegen te gaan.
Zaai buiten vanaf eind februari tot eind maart op een zonnige, beschutte en goed bemeste plaats. Zaai 5 - 7 cm diep in dubbele rijen die 23 cm van elkaar afliggen. Hou tussen elke dubbele rij 40 - 60 cm ruimte aan. Deze plant heeft kou nodig om goed te kunnen groeien, dus zaai niet later dan tot eind maart. Houd de grond goed onkruidvrij.
Knijp de toppen van de zaailingen uit zodra er 4 groepjes bloemen opkomen of zodra de eerste peulen zichtbaar zijn. Dit zorgt ervoor dat de plant alle energie kan steken in het maken van peulen. En houdt de bonenluis weg van de planten. Ondersteun de planten met bamboestokken of ander ondersteuningsmateriaal en gebruik netten om de planten te beschermen tegen vraat. De tuinbonen kunnen geoogst worden zodra de peulen barsten. Ook is het mogelijk om de peulen in zijn geheel te eten, oogst dan zodra ze vingerdik zijn. Zodra de peulen beginnen te groeien moet er zeker in droge periodes regelmatig water worden gegeven. Tuinbonen kunnen zeer goed ingevroren worden.