Jazzy is een geheel nieuw pootaardappel ras. Hij heeft een lichtgele schil en een ovale vorm. Hij hoeft niet perse te worden geschild. Alleen goed wassen is voldoende. Het is een vastkokend ras dat kan worden gebruikt om te koken, stomen, frituren, te bakken en kort gekookt in salades. Jazzy is zeer productief en zorgt voor een goede en grote oogst. Jazzy kan op veel verschillende grondsoorten worden gekweekt alleen niet op arme zandgrond.
Pootperiode: maart - april
Bolmaat: 28/35
Plantafstand: 30 cm
Plantdiepte: 10 - 15 cm
Standplaats: half schaduw - volle zon
Oogsttijd: juni - juli
Aardappelen hebben een beetje stikstof en veel kalium nodig. Bemest de grond hiermee voordat de aardappelen de grond in gaan.
Laat de pootaardappelen voorkiemen door ze vanaf eind februari tot begin maart op een lichte plek te leggen in een lage doos bij een temperatuur van 10 – 12 °C. Zorg dat de duidelijk zichtbare ogen naar boven zijn gericht. Na ongeveer 5 weken worden de eerste scheuten zichtbaar. Hierna kunnen de pootaardappelen, afhankelijk van het weer, de grond in. Het voordeel van voorkiemen is dat er eerder kan worden geoogst.
Zorg voor een losse luchtige grond door voordat de pootaardappelen de grond in gaan, de grond goed los te maken. Plant de aardappelen gemiddeld 5 -10 cm diep. Houd voor zware grond (klei) een diepte van 5 cm aan en voor lichte grond (zand) 10 cm.
Houd voor middelvroege- en late aardappelsoorten een plantafstand van 30 - 40 cm aan. Houd een afstand tussen de rijen van 50 – 60 cm aan voor alle aardappelsoorten om te zorgen voor voldoende luchtcirculatie.
Zodra de eerste scheuten te voorschijn komen is het noodzakelijk om de planten aan te aarden. Dit betekent dat er aarde tegen de planten wordt opgehoopt. Bedek de planten niet helemaal, maar laat een stuk van de planten onbedekt. Het aanaarden van aardappelen heeft 2 doelen: zorgen voor meer oogst en het voorkomen dat ze onder invloed van zonlicht groen en giftig worden.
De oogsttijden van vroege-, middelvroege- en late aardappelen is verschillend. De oogsttijd van vroege aardappelen is juni- juli, de oogsttijd van middelvroege soorten is augustus en de oogsttijd van late soorten is augustus - september. Oogst de aardappelen als het blad van de planten afsterft. Het blad wordt dan bruin en geel. Rooi de planten met een riek of een spitvork. Dit gaat het beste als de grond vochtig is. Oogst de laatste late aardappelen voor het begint te vriezen. Maak de geoogste aardappelen eventueel schoon en laat ze goed drogen op een droge en goed geventileerde plek. Bewaar de aardappelen nadat ze goed droog zijn op een donkere en droge plek bij een temperatuur van 4 - 8 °C.
Aardappelen zijn familie van de tomaten, aubergine, pepers en paprika. Deze groentes horen dus bij elkaar in de vruchtwisseling. Wissel de teelt van soorten dus af. Plant geen aardappelen op dezelfde plek waar u eerst tomaten, pepers, paprika of aubergine heeft gekweekt.